In Zeist zijn woensdag een aantal nieuwe gedenksteentjes onthuld ter nagedachtenis aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. De steentjes liggen voor de woningen aan de Van der Merschlaan 59 en Panweg 28 en 63.
De gedenksteentjes zijn een initiatief van Het Geheugen van Zeist en het 4 en 5 mei Comité Zeist. De onthulling is gedaan door de nabestaanden van de slachtoffers in aanwezigheid van wethouder Walter van Dijk. Voordien was er een bijeenkomst in Noorderlichtkerk waarbij nabestaanden stil stonden bij het verhaal van hun familie.
Het gedenksteentje aan de Van der Merschlaan 59 herinnert aan Johannes Albertus (Jo) Wennekes die met zijn gezin daar woonde. De vader van Jo was NSB-er, Jo zat in het verzet. Hij was vooral actief in het regelen en rondbrengenvan distributiebonnen. Ook verbleef voor een periode van zes weken een Joodse vrouw bij hem thuis. Samen met Frans Viola, onderdirecteur van de distributiedienst, werd hij op 26 augustus 1944 gearresteerd en overgebracht naar kamp Vught.
Anton Elskamp woonde met zijn gezin aan de Panweg 28 (in de oorlog Panweg 10). Hij werkte in de oorlog bij het distributiekantoor in Zeist. Voor de oorlog was hij actief in de burgerwacht. Zo kwam hij in het verzet terecht. Hij hield zich bezig met het verzamelen en verspreiden van distributiebonnen. Er verbleven regelmatig Joodse onderduikers in zijn woning. Door verraad van de overbuurman, een NSB-er, werd hij gearresteerd en overgebracht naar kamp Vught.
Op de Panweg 63 (in de oorlog Panweg 47) staat het gedenksteentje voor Adriaan van Hulzen. Hij was onderwijzer aan de Adriaanse school aan het Jacob van Lennepplein. Vanaf september 1943 tot aan de bevrijding mocht de Joodse 23-jarige Marianne van Kleef bij Adriaan en zijn gezin onderduiken. Marianne was één van de weinigen van haar familie, die de oorlog overleefde.