Bunnik, De Bilt en Utrechtse Heuvelrug tekenen voor emissieloos bouwen en willen zo werk maken van minder uitlaatgassen uit bouwmachines met dieselmotoren. Via inkoopeisen vragen ze hun aannemers om dieselmachines de komende jaren te vervangen door elektrische varianten of met motoren op waterstof.
Bouwmachines met dieselmotoren zijn een grote bron van luchtvervuiling door fijnstof. “Stikstof is niet alleen landelijk een probleem, maar ook lokaal”, benadrukt Krischan Hagedoorn, wethouder energietransitie & duurzaamheid in De Bilt. “Door het verminderen van uitlaatgassen helpen we de natuur en krijgen we meer ruimte voor bouwvergunningen. Bewoners en bouwers zijn er ook blij mee: minder stank en ziekmakende uitlaatgassen op de werkplaats. Ook zijn de machines stiller en produceren minder trillingen. Goed voor de arbeidsomstandigheden en de omwonenden.”
Investering
“Oplossingen voor het schoonhouden van de lucht zijn inmiddels goed beschikbaar”, vult de Bunnikse wethouder duurzaamheid Hilde de Groot aan. “De aanschaf van deze bouwmachines vraagt echter nog altijd een forse investering voor onze regionale bouwbedrijven. Door als opdrachtgevers gezamenlijk structurele vraag te creëren, ontstaat er perspectief op een haalbare terugverdientijd.” De gemeenten hebben door deelname aan het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen toegang tot substantiële middelen vanuit het Rijk. “Daarmee kunnen we eventuele extra kosten van de aannemer opvangen.” De meeste bouwbedrijven in de regio geven aan klaar te zijn voor de overstap, als die vraag van hun opdrachtgevers ook daadwerkelijk komt.
“Met dit convenant dragen we bij aan een gezondere en schonere leefomgeving,” zegt Karin Oyevaar, wethouder duurzaamheid in Utrechtse Heuvelrug. “Met dit convenant dragen we bij aan een gezondere en schonere leefomgeving. Zo werken we lokaal aan minder uitstoot en schonere energie. Dit kunnen we alleen samen. Heel mooi dus dat we hier met zoveel gemeenten onze handtekening onder hebben gezet.”
Het landelijke convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) is een samenwerking van de bouw- en infrasector, met lokale en landelijke overheden. De verwachting is dat door deze samenwerking, met name de kleinere en middelgrote bouwmachines die in de provincie worden gebruikt, in 2030 vrijwel volledig zijn vervangen door elektrische of waterstofvarianten.
