De gemeente Utrechtse Heuvelrug beheert vijf kinderspeelplaatsen in Maarn. De andere negen speelplekken worden op termijn openbaar groen, tenzij dorpelingen de handschoen oppakken en beheer en onderhoud overnemen.
Vereniging Bewonersbelangen Maarn-Maarsbergen (VBMM) riep belangstellenden bijeen om over een oplossing te praten en wethouder Karin Oyevaar was erbij. Op de uitleg van de wethouder waarom de gemeente heeft gekozen voor 27 centrale speelplaatsen in de kernen van Utrechtse Heuvelrug, waarvan 5 in Maarn, kwam weinig protest. Het is een ouder besluit en daarmee een gelopen race. “Gelukkig is het gelukt om geld vrij te maken om meer van de bestaande speeltuintjes te behouden”, zei Oyevaar. De gemeente maakt structureel budget vrij voor onderhoud van deze plaatsen en investeert waar nodig in nieuwe speeltoestellen.
Openbaar groen
De 5 centrale speelplaatsen zijn: Aardbolhof, De Pol, Groenlinglaan 31 en de schoolpleinen aan het Trompplein en de Breeschotenlaan. De overige 9 speelplaatsen noemt de gemeente ‘initiatiefplekken’. “Die worden afgebouwd. Dat betekent dat verouderde toestellen niet meer worden vervangen”, legde Oyevaar uit aan de circa 45 aanwezigen in het Maarnse dorpshuis. “Zodra de plek niet meer veilig is of een te grote investering vraagt, wordt die omgevormd naar openbaar groen. Wil de buurt graag die speeltuintjes behouden, dan kunnen inwoners dat in eigen beheer te doen. Gelukkig zijn er steeds meer inwoners die zich hiervoor inzetten. Niet alleen goed voor de kinderen die kunnen spelen, maar ook voor de saamhorigheid in de buurt.”

Voorbeelden zijn Stichting Speeltuinen Driebergen en de Dorpsraad Maarsbergen, die het beheer van enkele initiatiefplekken van de gemeente hebben overgenomen. Uit hun toelichting tijdens de informatieavond bleek dat er wel veel bij komt kijken. De gemeente blijft aansprakelijk en geeft een startsubsidie per speelplaats die door inwoners wordt overgenomen.
Fondsenwerving
Op de bijeenkomst van de VBMM in Maarn meldden zich betrokkenen, die zich met de themagroep Speelplaatsen van VBMM gaan verdiepen in een oplossing voor Maarn. “Er moet nog veel worden uitgezocht en gepeild”, legt VBMM-bestuurslid Marten Brouwer uit. Hij noemde enkele van de discussiepunten: “Want wat zijn de beste locaties? Willen we alle 9 plaatsen behouden of kiezen we er voor enkele?” Welke speeltuintjes worden nu het meest gebruikt?” Iemand in de zaal grapte al: ‘Bij die skatebaan aan de Schapendrift heb ik nog nooit kinderen gezien’.
Veel om uit te zoeken nog, was de conclusie. Brouwer voegt toe dat er ook met omwonenden rekening moet worden gehouden. “Eerst maar om de tafel. VBMM is blij met de opkomst en met de bereidheid van belanghebbenden om een oplossing uit te werken.” Op korte termijn organiseert VBMM een tweede bijeenkomst waar belangstellenden van deze eerste bijeenkomst verder werken aan de visie en aanpak van de speelplaatsen in Maarn.