Een inval op 3 oktober 1944 in het gemeentehuis in Leersum. Gemeentemedewerkers werden door de Duitse bezetter weggevoerd. Deze gebeurtenis is vrijdag herdacht.
Herman van Eenbergen was als nabestaande aanwezig en legde samen met burgemeester Frits Naafs een krans bij het monument. Zijn grootvader, Aart Johannes Bosch, was een verzetsstrijder. Van Eenbergen deelt het verhaal van zijn grootvader met Omroep ZOUT. “De aanleiding van de inval was dat een aantal weken daarvoor een NSB burgemeester in Wijk bij Duurstede is aangevallen door een groep verzetsmensen, dat wilden ze vergelden. Ze hebben door informatie ontdekt dat er ook een verzetsgroep in Leersum zat. Dat waren de ambtenaren hier op het gemeentehuis, waaronder mijn grootvader. Toen hebben ze besloten om op 3 oktober hier een inval te doen en die mensen te arresteren.”

Bosch was op dat moment niet in het gemeentehuis aanwezig. “Mijn grootvader was op dat moment thuis, maar woonde er schuin tegenover”, gaat Van Eenbergen verder. “Hij zag dat er allemaal jeeps en Duitse voertuigen voor het gemeentehuis stonden. Hij besloot om naar het gemeentehuis toe te gaan, omdat hij vond dat hij zijn collega’s daar niet alleen kon laten als iemand die zelf ook onderdeel is van de groep. Hij was ook bang dat als hij daar niet naartoe zou gaan, ze zijn gezin zouden arresteren. Daarom is hij naar het gemeentehuis gelopen. Uiteindelijk heeft mijn grootmoeder gezien dat al die mannen met hun handen geboeid op hun rug in auto’s werden meegenomen.”
“De verzetsstrijders zijn een dag vastgehouden op een postkantoor in Doorn. Vanuit daar zijn ze naar kamp Amersfoort gebracht. Uiteindelijk zijn ze naar concentratiekamp Neuengamme gebracht en gevangengenomen. Daar is mijn grootvader na twee weken al overleden door uitputting en ziekte.”
Belangrijk
Deze gebeurtenis wordt in Leersum jaarlijks herdacht en dat vindt burgemeester Naafs belangrijk. “Het is bijzonder wat hier destijds in Leersum gebeurd is”, benadrukt hij. “Dat moet je blijven herdenken, ook als eerbetoon voor de nabestaanden van die familieleden. Zolang ik hier burgemeester ben, blijven we dat zeker doen.”
Dat waardeert Herman van Eenbergen. “Ik vind het waardig en respectvol dat de gemeente met zoveel zorg en aandacht dit ieder jaar organiseert”, zegt hij. “Ik doe dit uit respect voor mijn familie en grootvader, maar ook voor de gemeente die na zoveel jaren nog altijd aandacht hieraan besteed.”
Volgens de burgemeester is het juist in deze tijd zo belangrijk om dit soort gebeurtenissen te herdenken. “We moeten hier aandacht aan besteden”, aldus Naafs. “Ook voor de jongere generaties na ons. Want als wij het niet meer doen, wie doet het dan wel?”